De adaptieve cyclus voor het overleven van organisaties

Over het verschil tussen lineair en cyclisch denken.

Het lineaire denken

De orde waar we zo’n behoefte aan hebben, lijkt met de dag meer weg te zakken. Onverwacht en onvoorspelbaar worden we geconfronteerd met allerlei ontwikkelingen op gebieden als gezondheid, klimaat, maatschappij en economie. Denk aan coronavirussen, aftakeling van natuur en milieu, migratie door oorlogen en conflicten, de economische ongelijkheid. We voelen dat al deze systeemproblemen onderling met elkaar verbonden zijn. Het is alsof de chaos zich alleen maar uitbreidt zonder dat we er iets aan kunnen doen. In toenemende mate maken we ons zorgen over de toekomst van het leven op aarde. Doorgaan op de manier waarop we nu leven is geen optie. We moeten loskomen van het groeiparadigma. Maar wat is dan wel een optie waar we inspiratie uit kunnen putten en waar we iets aan kunnen doen? Om die vraag te kunnen beantwoorden moeten we eerst stoppen met ons lineaire denken. De toekomst is geen extrapolatie van het verleden. We moeten ons niet meer laten leiden door de ontwikkelingen en ervaringen die achter ons liggen, maar door de toekomst die we willen en de mogelijkheden die zich in het heden voordoen.

Het cyclische denken

Om tot een hoopvol perspectief op de toekomst te komen zullen we ruimte moeten scheppen voor een andere denkwijze dan het lineaire denken. Dit is het cyclische denken, dat gebaseerd is op principes uit de natuur. In cyclische denken is het vanzelfsprekend dat een relatief stabiele periode met groei en bloei gevolgd wordt door een meer instabiele periode met afsterving en vernieuwing. De vooruitgang zit hem juist in de ontwikkeling naar een nieuwe orde via een instabiele toestand die ver-van-evenwicht of zelfs chaos is. De genoemde ontwikkelingen waar we dagelijks mee geconfronteerd worden, zijn allemaal tekenen dat het bijna gedaan is met de huidige orde van ons leefsysteem. We zitten of komen in de ver-van-evenwicht situatie waarin alleen een sprongsgewijze ontwikkeling naar een nieuwe orde kan plaatsvinden. Het is aan ons hoe de nieuwe orde of evenwichtstoestand eruit zal zien. Het kan alle kanten op, maar in elk geval niet lineair in de richting waarin het nu gaat. De richting zal bepaald worden door de mate waarin we ons laten inspireren door een gewenste toekomstvisie en door de mate waarin we hier nu invulling aan gaan geven. Een goed voorbeeld in de zorg is de aandacht voor positieve gezondheid en de initiatieven op het gebied van welzijn, leefstijl en preventie.

De levenscyclus

De cyclische denkwijze herkennen we in de levenscyclus die overal in de natuur aanwezig is. Denk aan de seizoenen en de zon- en maanstanden. Als mens zijn wij onderdeel van de natuur en nauw verbonden met de cyclische ritmes en kringloopsystemen in de natuur. Denk aan ons dag- en nachtritme en de ontwikkelingsfasen in ons leven. Naast fasen van opgang (geboorte, bloei en ontwikkeling) zijn er de fasen van neergang (ouderdom, aftakeling en sterven). In het kader van ons groeiparadigma is er met name veel aandacht en gevoel voor deze fasen van opgang. De fasen van neergang spreken ons vaak minder aan, terwijl deze er wel degelijk bij horen. In de natuur vinden we dit vanzelfsprekend. We zijn ons bewust van de ontluikende knoppen aan de bomen en van de vallende bladeren die ruimte maken voor nieuwe knoppen in een volgende cyclus. Naast deze inzichten uit de natuur helpt het verbonden voelen met de natuur om tot cyclisch denken over te gaan. Met deze kijk zien we dat de toekomst niet (lineair) is te voorspellen, maar dat er wel iets gedaan kan worden aan het (cyclisch) vormgeven ervan.

Adaptieve cyclus

De levenscyclus denkwijze kunnen we ook toepassen op organisaties en de ecosystemen waarvan zij onderdeel zijn. Ook dit zijn levende complex adaptieve systemen die zich in hun ontwikkeling door verschillende fasen bewegen. We spreken dan van de adaptieve cyclus (L.H. Gunderson en C.S. Holling). In een adaptieve cyclus worden een viertal fasen onderscheiden. Dit zijn achtereenvolgens groei/opbouw, behoud/verzadiging, verval/loslating en vernieuwing/herordening. Het is belangrijk dat alle fasen in een cyclus goed worden doorlopen. Wanneer dit niet het geval is gaat dit ten koste van de vitaliteit en de wendbaarheid van het systeem. De organisatie verzwakt en is uiteindelijk niet meer in staat om vanuit de instabiele ver-van-evenwicht situatie van chaos in een nieuwe levensvatbare cyclus terecht te komen. Voor het overleven dient elke organisatie een cyclische ontwikkeling door te maken waarin ‘operations’ telkens weer wordt vernieuwd met hetgeen uit de innovatie komt. Op deze manier ontstaat de adaptieve cyclus van de organisatie die overeenkomsten heeft met de levenscyclus van het betreffende ecosysteem.

Cyclische ontwikkeling

Om de cyclische denkwijze en de adaptieve cyclus in de organisatie te laten werken zijn er twee aantrekkingskrachten of ‘attractoren’ nodig: purpose en innovatie. Deze staan als het ware aan beide kanten van de adaptieve cyclus: purpose aan de linkerkant en innovatie aan de rechterkant. Beide attractoren zijn nodig voor de cyclische ontwikkeling van de organisatie. Daarom dient er continu aandacht te worden besteed aan elk van beide ‘attractoren’. In de uitvoering wordt dit ook wel het hanteren van een ‘dual operating system’ genoemd (J. Kotter, 2014). Een continue stroom van vernieuwing en innovatie is noodzakelijk om als organisatie mee te bewegen met de veranderende omgeving. In de organisatie is men zich bewust van het continue spanningsveld tussen de beide ‘attractoren’. Vernieuwingen vanuit innovatie kunnen immers op gespannen voet staan met de purpose en de ‘operations’, zeker wanneer het disruptieve innovaties zijn. Dit spanningsveld is essentieel voor de vitaliteit en het overleven van de organisatie. Het is het teken dat beide ‘attractoren’ effectief zijn. Het op een goede manier omgaan met dit spanningsveld ligt in handen van het formele leiderschap (zie blogartikel ‘Complexity Leadership’).