De tweesprong in organisatieontwikkeling

Doorbraak of desintegratie.

Dynamische stabiliteit en kritische instabiliteit

Organisaties zijn in staat tot een grote mate van wendbaarheid terwijl ze stabiel in een bepaalde ordeningsvorm kunnen blijven bestaan (zie blogartikel ‘Agile over de top’). Net als bij levende organismen zijn er in organisaties wel grenzen aan deze dynamische stabiliteit verbonden. Zo kunnen grote interne verschillen zoals in wendbaarheid, tot kritische instabiliteit en chaos leiden. Dit geldt voor diversiteit in het algemeen: boven een kritisch punt van verscheidenheid wordt een systeem instabiel en kan het uiteenvallen in de afzonderlijke onderdelen. Aangezien we dit in organisaties veelal niet willen, doen we er alles aan om deze kritische instabiliteit en chaos te vermijden. Voor levende organismen zijn deze momenten van kritische instabiliteit echter van levensbelang. Episoden van dynamische stabiliteit worden in de natuur afgewisseld met momenten van kritische instabiliteit en chaos om in interactie met de omgeving door te kunnen ontwikkelen. Het spontaan ontstaan van een nieuwe ordeningsvorm tijdens instabiele toestanden is kenmerkend voor de evolutie van organismen in de natuur. Zo’n nieuwe ordeningsvorm is meestal van een grotere complexiteit en geeft het organisme nieuwe levensvereiste eigenschappen (emergentie).

Kritische instabiliteit en chaos

De vraag is in hoeverre organisaties zich in een complexe omgeving kunnen blijven ontwikkelen zónder momenten van kritische instabiliteit en chaos. Organisaties zitten immers niet te wachten op onzekerheden over de toekomst met de daarmee gepaard gaande gevoelens van angst en verwarring. In onze huidige complexe omgeving hebben we echter te maken met een non-lineaire dynamiek waarin ontwikkelingen en innovaties onvoorspelbaar en sprongsgewijs plaatsvinden. Denk aan digitale technologie en de druk die dit op organisaties geeft. Als fundamenteel nieuwe kennis niet goed kan worden opgenomen en geïntegreerd in een organisatie worden de verschillen steeds groter, zowel met de omgeving als intern. Zijn de verschillen niet meer te overbruggen, dan verliest het systeem z’n dynamische stabiliteit. De organisatie komt in een periode van kritische instabiliteit. Vanuit een toestand van chaos kan dan een andere ordeningsvorm ontstaan die in principe wel in staat is om met de fundamenteel nieuwe kennis om te gaan.

Tweesprong: doorbraak of desintegratie

Dat brengt ons bij de volgende vraag of een organisatie in staat is om in een periode van kritische instabiliteit wel invloed uit te oefenen op het verloop en de uitkomst. Daar is de organisatie zich veel aan gelegen, omdat het alternatief voor de doorbraak naar een andere ordeningsvorm minder wenselijk is. Dit alternatief betekent namelijk ineenstorting van het systeem, waardoor de organisatie verder destabiliseert en uiteindelijk desintegreert. Gelukkig behoeft de tweesprong van doorbraak of desintegratie in organisaties niet zo te verlopen; er kan wel degelijk sturing gegeven worden aan een doorbraak. Het volgende is hierbij van belang. Net als in de natuur is een organisatie tijdens de periode van kritische instabiliteit erg gevoelig voor kleine veranderingen in de omgeving. Een kleine verandering kan grote gevolgen hebben als het versterkende positieve terugkoppelingen zijn in het feedback mechanisme van het systeem (zie blogartikel ‘Agile over de top’). Deze versterkende terugkoppelingen zorgen uiteindelijk voor de doorbraak naar een succesvolle nieuwe ordeningsvorm. Een organisatie dient dus doelbewust gebruik te maken van deze gevoeligheid en van het positieve feedback mechanisme van het systeem. Dit geldt voor externe veranderingen in het kader van de fundamenteel nieuwe kennis (ontdekking, ontwikkeling); anderzijds kunnen de diverse nieuwe initiatieven op dit gebied intern worden versterkt en ondersteund door uiteenlopende interventies (diffusie, disruptie).

Huidige of nieuwe ordeningsvorm

Net als levende organismen zullen organisaties af en toe moeten doorbreken naar een nieuwe ordeningsvorm waardoor zij goed kunnen blijven omgaan met de niet-lineaire ontwikkelingen in de complexe wereld. Niet alleen is het voor organisaties van belang om tijdig fundamenteel nieuwe kennis te onderkennen en doorgronden, ook gaat het om het inschatten van de essentiële betekenis van de nieuwe kennis voor de organisatie. Is de organisatie in staat om de fundamenteel nieuwe kennis positief op te nemen en te integreren in de huidige ordeningsvorm, of is het nodig dat de organisatie tijdig overgaat op een nieuwe ordeningsvorm. En is de nieuwe ordeningsvorm van voldoende grote complexiteit om de recente externe ontwikkelingen in de complexe omgeving aan te kunnen. Het gaat er dus om dat organisaties zich tijdig bewust zijn wanneer een natuurlijke tweesprong tussen doorbraak of desintegratie noodzakelijk is. Wanneer ze dit doorzien kunnen ze snel positief inspelen op nieuwe essentiële complexe ontwikkelingen en krachtig hun doorontwikkeling voortzetten.

Voor nadere informatie over wendbaarheid in een complexe omgeving, zie het blogartikel ‘Agile over de top’.