De uitdaging van ‘soort zoekt soort’ voor multifunctionele teams

Over een opvallend patroon in een succesvol netwerkverband.

Soort zoek soort

In veel organisaties vindt een ontwikkeling plaats naar multifunctionele zelfsturende teams. Met deze veelal tijdelijke en flexibele teams willen organisaties ‘agile’ inspelen op de ontwikkelingen in de complex dynamische omgeving (zie blogartikel ‘Agile over de top’). Aan de rand van de organisatie werken deze teams in netwerkverband nauw samen met klanten en andere stakeholders. Dit nieuwe netwerkverband kan echter pas ontstaan als de organisatie de oude ‘silo’ structuur durft af te breken. Een bekend voorbeeld is Spotify. En in de zorg kunnen we denken aan ziekenhuizen waar resultaat verantwoordelijke eenheden (RVE’s) en vakgroepen van specialismen vervangen worden door multidisciplinaire teams. Deze teams werken over de grenzen van vakgroepen en zelfs buiten het ziekenhuis rondom een specifieke patiëntpopulatie. In het samenwerken lopen de teams vaak aan tegen de intrinsieke neiging van mensen om met name om te willen gaan met mensen die op hen lijken (soort zoekt soort). Zo voelen medisch specialisten en ook andere zorgprofessionals zich sterk geïdentificeerd met hun beroeps- of vakgroep. Naast beroep, vak of expertise zijn er ook andere groepsidentiteiten mogelijk zoals ras, geloof en afkomst. De invloed van deze groepsidentiteiten is een flinke uitdaging voor een multifunctioneel team. De groepsidentiteiten vormen immers uiteenlopende onzichtbare aantrekkingskrachten (attractoren) op de houding en gedragingen van de nieuwe multidisciplinaire teamleden (zie blogartikel ‘Op weg naar succesvolle netwerksamenwerking’).

Dynamische stabiliteit tussen team- en groepsidentiteiten

Zo kunnen de verschillende groepsidentiteiten in een multifunctioneel team een belemmering betekenen voor de ontwikkeling van sterke onderlinge banden die nodig zijn voor een goede samenwerking. Daarom dient er van begin af aan aandacht te zijn voor de teamidentiteit en het potentiële gevaar van soort zoekt soort. De bestaande groepsidentiteiten hoeven hierbij geenszins aangetast te worden. Wel dienen de teamleden zich bewust te zijn van het belang van een andere teamidentiteit en actief te werken aan hun onderlinge banden. Wanneer dit door de diverse teams in voldoende mate wordt gedaan, kan er in het netwerk een dynamische stabiliteit ontstaan tussen de krachten voor een nieuwe teamidentiteit en die van oude groepsidentiteiten. In de onderlinge afstemming en samenwerking tussen teams kan met beide krachten rekening gehouden worden. Enerzijds komen teams regelmatig bijeen om elkaar op de hoogte te brengen; dit is met name het geval wanneer teams aan dezelfde of gerelateerde diensten werken (zogenoemde squads in een tribe). Anderzijds overleggen medewerkers met eenzelfde vak of beroep regelmatig met elkaar om kennis en ervaringen met betrekking tot hun expertise of vakgebied te delen (zogenoemde chapters en guilds).

Small world netwerk

Om in netwerkverband goed te kunnen samenwerken dient elk team dus over sterke onderlinge banden te beschikken. En ook tússen de teams dienen er voldoende momenten en banden te zijn om onderling af te stemmen en elkaar te kunnen versterken. Over het algemeen zijn de relationele banden tussen medewerkers van verschillende teams zwakker dan die van medewerkers binnen teams. Hier en daar kunnen zich ook sterke banden tussen medewerkers in verschillende teams voordoen, zoals bijvoorbeeld medewerkers die eerder in eenzelfde team hebben samengewerkt en medewerkers met een sterke gemeenschappelijke groepsidentiteit. De aanwezigheid van sterke banden in de diverse teams evenals voldoende banden tússen de teams wordt wel een small world netwerk genoemd. De clusters van de teams zijn onderling voldoende met elkaar verbonden, waardoor er een korte gemiddelde padlengte in het netwerk is. Medewerkers weten elkaar en andere stakeholders altijd via een korte weg te vinden om bijvoorbeeld een beroep te doen op elkaars expertise en ervaringen. Denk aan het ontbreken van kennis of competenties in een team of aan het samenbrengen van benodigde talenten voor het inspelen op nieuwe ontwikkelingen. En in de contacten tussen mensen van verschillende teams worden vaak veel nieuwe ideeën opgedaan (zie blogartikel ‘Creativity is just connecting things’).

Losjes gekoppelde multidisciplinaire teams

Een small world netwerk is dus een netwerk waarin de teams in een dynamische stabiliteit kunnen functioneren. Aan de ene kant blijven ze autonoom genoeg zonder te veel op zichzelf komen te staan, aan de andere kant stemmen ze voldoende af zonder te sterk verbonden te worden met andere teams. In deze afstemming vormt het collectieve bewustzijn van de purpose het verbindende kompas (attractor) en het primaire coördinatiemechanisme voor de teams (zie blogartikel ‘Natuurlijk leiderschap in netwerkorganisaties’). Het dynamisch stabiele netwerkverband omvat tegelijkertijd voldoende autonome én gekoppelde multidisciplinaire teams, hetgeen een opvallend patroon vertoont voor een succesvol netwerkverband (‘loosely coupled systems’).

Voor samenwerken op basis van natuurlijke principes, zie ook blogartikelen ‘Natuurlijk samenwerken: de 3 P’s‘ en ‘De kunst van samenwerken bij complexe vraagstukken‘.