Het belang van netwerken voor geïntegreerde zorg

Zicht hebben op onderlinge verbondenheid in de zorg.


Netwerken in complex dynamische omgeving

Het grote belang van netwerken voor de manier van denken, werken en organiseren wordt steeds meer erkend in uiteenlopende sectoren en branches. In de gezondheidszorg wordt gesproken over zorgnetwerken en netwerkgeneeskunde. De Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) heeft onlangs een visienota opgesteld waarin haar taak als toezichthouder ook de kwaliteit van de onderlinge samenwerking in zorgnetwerken omvat (‘Goede zorg in zorgnetwerken’, Mei 2018). Veel organisaties ondernemen initiatieven om meer in netwerken te gaan werken. Onder andere door meer ruimte te geven aan teams om op basis van zelfsturing of zelforganisatie te experimenteren in samenwerking met klanten en andere stakeholders. In het algemeen wordt gestreefd naar meer autonomie, wendbaarheid en co-creatie voor medewerkers om beter in te kunnen spelen in de toenemende complexiteit en dynamiek van de omgeving (zie blogartikel ‘Leiderschap in een complexe en dynamische wereld’).

Oriëntatie op de onderlinge verbondenheid

In het streven naar een meer netwerk georiënteerde organisatie, doet zich de vraag voor hoe het sociale weefsel van de samenwerkingsverbanden in de organisatie er uit ziet. Naast aandacht voor de juiste mensen (expertise en talenten) is er in toenemende mate oog voor de onderlinge relaties en dynamiek binnen en tussen de teams. Wat is belangrijk op betrekkingsniveau als we met diverse teams aan de slag gaan, hoe zien de clusters in het netwerk eruit, en hoe kunnen we een netwerk met klanten en andere stakeholders vormen? In de oriëntatie op de onderlinge verbondenheid kunnen verschillende netwerkmaten gebruikt worden. Daarbij kan onderscheid gemaakt worden tussen achtereenvolgens de mate van verbondenheid (cohesie, dichtheid, en gemiddelde afstand), het ontwerp of de structuur van verbindingen (clustering, patronen en (de)centralisatie), en de aard van verbindingen (sterke/zwakke banden, reciprociteit). Een andere belangrijke netwerkmaat voor de onderlinge verbondenheid zijn de zogenoemde triades, ofwel de mate van onderling verbonden relaties in het netwerk (zie blogartikel ‘Leiderschap in elke relatiedriehoek van een netwerk’).

Triades in een samenwerkingsverband

Kenmerkend voor triades is de onderlinge verbondenheid in de vorm van relatiedriehoeken van drie verbonden personen: A kent zowel B als C, en B en C kennen elkaar ook. De mate waarin jouw contacten ook onderling met elkaar verbonden zijn noemt men wel transitiviteit. Bij een lage transitiviteit zijn er relatief veel contacten van jou die elkaar niet of nauwelijks kennen. Bij een hoge transitiviteit zijn veel van je contacten bekend met elkaar: iedereen kent iedereen. Met deze contacten vorm je dan een sterk geïntegreerd verband. De mate van transitiviteit heeft consequenties voor de wijze van beïnvloeding van je contacten in de samenwerking. Bij een lage transitiviteit zal je meer direct moeten sturen op en vooral tussen de individuele contacten. Dit vraagt de nodige aandacht en tijd voor centrale sturing en coördinatie. Bij een hoge transitiviteit kun je meer indirect sturen via het systeem van het samenwerkingsverband. Wel dienen alle betrokkenen dan een duidelijk en gemeenschappelijk beeld te hebben van de omgeving en doelen van het team, en van de onderlinge relaties en verhoudingen.

Huisartsen netwerk in eerstelijns gezondheidszorg

Door de toenemende zorgvraag en verschuiving van gezondheidszorg neemt de druk op de eerstelijns zorg enorm toe, in het bijzonder voor de huisarts in de rol van poortwachter. Om zich voldoende op de cliëntenzorg te kunnen blijven richten, worden huisartsen in toenemende mate ondersteund door verschillende  zorgprofessionals. Diverse praktijkondersteuners (POH’s), physician assistents (PA) en verpleegkundig specialisten (VS) zijn bevoegd om bepaalde taken van de huisarts over te nemen. Voor de huisarts lijkt deze zorgtaakdifferentiatie een goede zaak; echter het aantal contacten in de huisartsenpraktijk neemt flink toe bovenop de vele contacten met andere zorgverleners. Deze ontwikkeling dwingt de huisarts om goed te kijken naar zijn huidige en gewenste netwerk inclusief de triades en mate van transitiviteit. De huisarts zal een bewuste keus moeten maken tussen de uitersten van lage transitiviteit (‘hub and spoke’ netwerk en directe persoonlijke beïnvloeding) enerzijds en hoge transitiviteit (geïntegreerd netwerk en indirecte systemische beïnvloeding) anderzijds. Overigens kan daarbij wel degelijk een onderscheid gemaakt worden tussen de contacten met de zorgprofessionals binnen en buiten de huisartsenpraktijk.

 Ontwikkeling in netwerk huisartsenpraktijk

In de keuze van het gewenste netwerk en de mate van transitiviteit spelen de omgeving en de doelen van het samenwerkingsverband een belangrijke rol. In de complex dynamische gezondheidszorg wordt gestreefd naar geïntegreerde zorg, waarbij de cliënten kunnen rekenen op zorg in een netwerk van goed op elkaar afgestemde zorgprofessionals. Voor een goede bijdrage aan geïntegreerde eerstelijns zorg is de huisarts aangewezen op een geïntegreerd netwerk (hoge transitiviteit) van zorgprofessionals in de huisartsenpraktijk. Er dient van begin af aan verbinding en afstemming te zijn tussen de zorgprofessionals in de huisartsenpraktijk. Dit betekent ontwikkeling van transitiviteit in het netwerk van de huisarts. De huisarts speelt hierbij meerder rollen. In de eerste plaats gaat het om het verbinden van haar/zijn diverse contacten (bruggenbouwer). Ten tweede heeft de huisarts een belangrijke rol als platform inspirator (Zie blogartikel ‘Strategisch ademen: medewerkers als strategisch hart’). Hoe meer de diverse zorgprofessionals een duidelijk en gemeenschappelijk beeld hebben van de omgeving en doelen van het team in de huisartsenpraktijk, en van hun onderlinge relaties en verhoudingen, des te minder is de huisarts aangewezen op centrale sturing en coördinatie. Alleen dan kan ondersteuning van de verschillende zorgprofessionals in de huisartsenpraktijk volledig ten goede komen aan tijd en aandacht van de huisartsen voor hun cliënten.

 

Voor nadere informatie over samenwerken in een complex dynamische omgeving als de zorg, zie het blogartikel ‘De kunst van samenwerken bij complexe vraagstukken‘.