Leiderschap in een complexe en dynamische wereld

De vereisten voor leiderschap in een complexe en dynamische wereld komen voort uit drie kenmerken van complex adaptieve systemen.

‘Het leven kan alleen achterwaarts begrepen worden, terwijl we het voorwaarts moeten leven’. Deze uitspraak van de Deense filosoof Kierkegaard geldt voor ons bij veel ontwikkelingen in onze huidige maatschappij. Vaak hebben we moeite om nieuwe ontwikkelingen te doorzien en komen er pas in een later stadium achter. Goede voorbeelden zijn technologische innovaties van veelal nieuwe spelers en start-ups. Voor een beter begrip van het ontstaan en de invloed van deze ontwikkelingen kunnen we dankbaar gebruik maken van het netwerkperspectief. We zijn ons vaak onbewust dat alle onderdelen in de wereld in toenemende mate met elkaar verbonden zijn en ook een wederkerige invloed op elkaar hebben. Met het toenemen van de onderlinge verbindingen en invloeden nemen de complexiteit en dynamiek van onze omgeving toe. Dit heeft grote consequenties voor de vereisten aan leiderschap in organisaties. Leiders dienen zichzelf en de rol die ze spelen vanuit een perspectief te zien, dat meer recht doet aan de complexe en dynamische wereld waarin ze zich bevinden. Het is tijd voor een openbare collectieve reflectie op leiderschap (‘Evian babies’).

Netwerkperspectief van complexe adaptieve systemen

Het nieuwe perspectief van leiderschap, dat meer recht doet aan de complexe en dynamische wereld is het perspectief van netwerken. Het netwerkperspectief gaat uit van het gehele systeem van met elkaar verbonden en in interactie verkerende onderdelen. We spreken van een complex adaptief systeem. Zo’n systeem is bijvoorbeeld een organisatie, die zich bevindt in het grotere systeem van de meso- of macro-economische omgeving. Voor het doorgronden van een complex adaptief systeem gaat het niet zozeer om de aparte onderdelen, maar veel meer om de samenhang en dynamiek van de onderling verbonden onderdelen in en buiten het systeem. Meer besef van deze complexiteit en dynamiek kan worden verkregen met een toelichting op een drietal kenmerken van complex adaptieve systemen: (1) emergentie, (2) zelforganisatie en (3) co-evolutie.

1. Emergentie vereist Wendbaarheid

De relationele samenhang en dynamiek in een systeem ontstaan uit de interacties van de onderling met elkaar verbonden onderdelen. Een samenspel van kleine lokale veranderingen kan ineens tot een grote verandering in het systeem leiden. Zo’n verandering van het systeem heeft weer invloed op de aparte onderdelen, hetgeen weer doorwerkt op andere onderdelen in het systeem. Door de vele op elkaar inwerkende krachten en invloeden is het systeem continu in beweging op veelal onvoorspelbare en onverklaarbare wijze. Het plotseling ontstaan van nieuwe structuren en patronen in het systeem wordt emergentie genoemd. De consequenties voor leiderschap in organisaties zijn enorm. Door dit kenmerk kunnen er zich continu ontwikkelingen voordoen in en buiten de organisatie. Als onderdeel van het grotere systeem kan de organisatie ineens worden weggedrukt als gevolg van acties van anderen. Deze ontwikkelingen zijn veelal niet of nauwelijks te voorzien door het ontbreken van lineaire oorzaak- en gevolgrelaties. Alleen wanneer een  ontwikkeling verwacht wordt, kan deze in een vroeg stadium worden herkend. In elk geval zal er snel ingespeeld moeten kunnen worden op de diverse ontwikkelingen in de omgeving van de mensen en de organisatie. Dit vereist wendbaarheid van een zogenoemde ‘agile’ organisatie.

2. Zelforganisatie vereist Autonomie

Door de sterke samenhang en vele onderlinge interacties heeft het weinig zin om een analyse of aanpak te richten op de aparte onderdelen en individueel werkzame krachten in het systeem. Elke gerichte externe beïnvloeding kan leiden tot averechtse en ongewenste gevolgen. Het systeem laat zich niet sturen van buitenaf; het wil zichzelf organiseren om bijvoorbeeld aan te kunnen passen aan de veranderingen in de omgeving. Door nieuwe verbindingen en interacties aan te gaan met bestaande en nieuwe onderdelen, vinden er continu veranderingen plaats vanuit het systeem. Dit natuurlijke vermogen om autonoom en op eigen kracht te herorganiseren en mee te bewegen met de nieuwe omstandigheden, noemen we zelforganisatie. Ook dit kenmerk van zelforganisatie heeft de nodige consequenties voor leiderschap. De sturing en beïnvloeding van leiders kan nog slechts op een indirecte manier plaatsvinden. Het gaat om het scheppen van een strategisch context, voor de aansluiting op het wezenlijke doel van de organisatie. Binnen dit kader kunnen de mensen autonoom samenwerken door zelfsturing en zelforganisatie. De zogenoemde zelfsturende teams zijn ook vrij in het bepalen van de samenwerkingsverbanden en benodigde ondersteuning en middelen.

3. Co-evolutie vereist Verbondenheid

Dankzij de vele verbindingen en interacties met de externe omgeving is het systeem in staat zich continu aan te passen aan te omgeving. En tegelijkertijd heeft het systeem ook de nodige invloed op de omgeving. Het systeem is in feite een onderdeel van een groter ecosysteem, dat de omgeving vormt van het systeem. Het systeem ontwikkelt zich in samenhang met deze omgeving. Dit kenmerk van complexe adaptieve systemen wordt co-evolutie genoemd. Ook ten aanzien van co-evolutie zijn er de nodige consequenties voor leiders. Mensen en organisaties dienen zoveel als mogelijk in open verbinding en interactie te staan met de omgeving. In de persoonlijke netwerken van de mensen in de organisatie bevinden zich naast medewerkers ook klanten en andere externe stakeholders. In sterke verbondenheid wordt grenzeloos samengewerkt met externe partijen. De vruchten van deze samenwerkingsverbanden komen niet alleen ten goede van de organisatie, maar ook ten goede van de omgeving. De organisatie draagt bij aan het welzijn en de ontwikkeling van de maatschappij. Als onderdeel van de complexe en dynamische wereld heeft de organisatie een dynamische ontwerp, dat in lijn is met deze wereld. Dit ontwerp bestaat uit het sociale weefsel van mensen, dat zorgt voor de sterke verbondenheid van de organisatie met de externe omgeving.

Complex adaptieve systemen vereisen Leiderschap

netwerkperspectief - complexiteitDe drie kenmerken van complex adaptieve systemen (emergentie, zelforganisatie en co-evolutie) geven meer besef van de complexiteit en dynamiek van systemen zoals organisaties in een complexe en dynamische wereld. Het netwerkperspectief geeft aan wat de vereisten zijn voor de organisatie en voor leiderschap in de organisatie. Organisaties kunnen alleen als onderdeel van een complexe en dynamische omgeving functioneren als ze zelf ook de kenmerken hebben van een complex adaptief systeem. Alleen dan zijn ze voldoende Wendbaar, Autonoom en Verbonden met de externe omgeving. Het is aan Leiderschap om dit op natuurlijke wijze mogelijk te maken, met besef van de drie kenmerken van complex adaptieve systemen.

Voor nadere informatie over complexiteit en leiderschap, zie: ‘Een driedimensionale kijk op leiderschap‘.