Overbruggen van conflicten bij samenwerken
Conflicten in samenwerkingsverbanden overbruggen met hulp van sociale netwerk dynamiek.
In elk samenwerkingsverband kunnen conflicten ontstaan. De onenigheid ontstaat als vanzelf en zonder dat we het gelijk in de gaten hebben. Aan de escalatie van conflicten ligt een automatisch verlopend proces ten grondslag. Conflicten blijken inherent te zijn aan de dynamiek van sociale netwerken. Een conflict tussen mensen ligt in veel gevallen op het niveau van de betrekking en niet zozeer op het niveau van de inhoud. Door een toename van de druk op de onderlinge relaties kunnen conflicten eerder ontstaan. Bijvoorbeeld wanneer het samenwerkingsverband groter wordt en daarmee de complexiteit toeneemt. Of wanneer de spanning in het samenwerkingsverband toeneemt. Het gemeenschappelijke belang en de onderlinge afhankelijkheid komen onder druk te staan. Persoonlijke perspectieven, behoeften en belangen nemen meer en meer de overhand. Er ontstaat een zogenoemd zwart gat tussen twee groepsleden of tussen twee groepjes of clusters. Goede hantering van het conflict is van vitaal belang. En dat begint bij een tijdige signalering van de onenigheid: ‘Got conflict? You can work it out’.
Aandacht voor de persoonlijke relatie en de sociale context
Primair is het de verantwoordelijkheid van de strijdende personen om te zorgen voor deëscalatie en waar mogelijk het conflict op te lossen. Tegen de sociale netwerk dynamiek in dienen ze ervoor te zorgen dat de zwakke onderlinge band in elk geval niet zwakker wordt. Tijd en energie zal gestoken moeten worden in het versterken van de band in de vorm van de relationele dialoog. Met aandacht voor inzicht en inleving in de wederzijdse perspectieven, aannames en belangen. Maar ook aandacht voor de sociale context waarin de beide strijdende personen zich bevinden. In de eerste plaats dient de gemeenschappelijke context voor beide partijen duidelijk en voelbaar te zijn: ze zijn onderdeel van een samenwerkingsverband met gemeenschappelijke doelen en belangen, en met een onderlinge afhankelijkheid om deze te realiseren. Ten tweede dient er met elkaar te worden nagegaan in hoeverre er ook verschillen zijn in de sociale context waarin ze zich bevinden. Welke personen zijn er inmiddels nog meer in het conflict betrokken en in hoeverre is er sprake van verschillende clusters rondom de beide strijdende personen?
Positief spiraaleffect door andere dynamiek in het sociale netwerk
Naast de strijdende personen is er in de hantering van het conflict een rol weggelegd voor de andere personen die inmiddels in het conflict betrokken zijn. In de eerste plaats dienen zij zich bewust te zijn van hun mogelijke bijdrage aan het conflict door het negatieve spiraaleffect van het sociale netwerk. Alleen met behulp van dit inzicht zijn zij in staat het negatieve spiraaleffect te doorbreken. Indien er clusters rondom de strijdende personen zijn (ontstaan), dan dient het zwarte gat tussen beide clusters zo spoedig mogelijk te worden overbrugd. Op meerdere plaatsen tussen de clusters dienen de interpersoonlijke banden versterkt te worden. Ook is het mogelijk om tijdelijk een nieuw cluster te vormen van alle bij het conflict betrokken personen. In deze lerende gemeenschap worden de gemeenschappelijke beelden versterkt en gevormd met behulp van de relationele dialoog. Enerzijds betreft dit het gemeenschappelijke belang en de onderlinge afhankelijkheid in het samenwerkingsverband. Anderzijds gaat het om de betekenisgeving van het conflict en hoe dit met elkaar te hanteren en op te lossen. Met elkaar kan een positief spiraaleffect van het sociale netwerk geleverd worden voor de deëscalatie en de oplossing van het conflict. Men leert om positief en dynamisch conflicten te overbruggen, hetgeen zeker zal leiden tot een versterking van het samenwerkingsverband.
Voor nadere informatie over conflicten, zie: ‘Conflicten bij samenwerken in netwerken‘ en ‘Voor conflicthantering wil je bij de bron zijn‘.