Overbruggen van zwarte gaten in samenwerken


Sterke samenwerkingsverbanden weten zwarte gaten te overbruggen met zwakke banden en met nieuwe clusters.
In de biografische film ‘Ray’ (2014) is te zien hoe de Amerikaanse zanger Ray Charles op jonge leeftijd blind wordt. Met vallen en opstaan leert Ray om zijn andere zintuigen beter te gebruiken. Langzaam maar zeker weet hij de donkere afstanden met de dingen om zich heen te overbruggen. Vele barrières als gevolg van zijn blindheid worden door hem geslecht om uiteindelijk een wereldberoemde rhythms & blues artiest te worden (‘he broke barrieres no one thought possible’). Als geen ander weet Ray wat het is om een zwart gat te overbruggen om je passie te kunnen volgen.

Zwakke banden tussen de clusters

Zwarte gaten in samenwerkingsverbanden ontstaan spontaan doordat er zich clusters of groepjes vormen van mensen die elkaar meer liggen. Binnen de clusters zijn de onderlinge verbindingen sterk (‘strong links’), terwijl deze tussen de clusters zwakker zijn (‘weak links’). Het is van belang dat de clusters elkaar niet uit het zicht raken. Mensen die een zwakke band hebben met mensen uit andere clusters hebben een belangrijke brugfunctie. In deze brugfunctie kennen ze elkaar buiten hun cluster en delen ze informatie met elkaar. Dankzij de diverse brugfuncties is er verspreiding van informatie en kennis mogelijk tussen de verschillende clusters. Het is juist de informatie van mensen uit andere clusters die tot nieuwe inzichten en ideeën kunnen leiden. Groepen die openstaan voor informatie van buiten de groep komen in het algemeen tot betere resultaten en zijn meer innovatief. Zwakke banden zijn van groot belang voor de exploratie ten behoeve van nieuwe informatie, inzichten, ideeën en innovatie.

Nieuwe clusters met sterke banden

Wanneer echte samenwerking tussen verschillende clusters nodig is, zijn de zwakke banden onvoldoende. Daarvoor zijn er sterke banden tussen mensen nodig. Hoewel het op het eerste gezicht wenselijk lijkt, is het niet nodig dat er sterke banden tussen alle deelnemers van alle clusters ontstaan. Dit is vaak ook niet mogelijk omdat er een grens is aan het aantal sterke banden dat mensen onderling willen en kunnen vormen. Op basis van een nieuw inzicht of idee vormt zich dan via de zwakke banden een nieuwe cluster of community van mensen uit de verschillende clusters. Met een diversiteit in perspectieven en expertise leren ze elkaar beter kennen. Er vindt een relationele dialoog plaats waarin een  gemeenschappelijk beeld gevormd wordt van de betekenis van het nieuwe inzicht of idee. Dit in het kader van de collectieve ambitie en de gedeelde waarden van het samenwerkingsverband, waar de reeds bestaande clusters en het nieuwe cluster onderdeel van zijn. De mensen van het nieuwe cluster gaan op zoek naar de optimale verbindingen en interacties met elkaar waarbij sterkere banden ontstaan.

Ontwikkeling door nieuwe clustervorming

netwerkperspectief - zwerm spreeuwenDankzij betekenisvolle interactie en verdieping in de relaties ontstaat er een intensivering van betrokkenheid. Wat uiteindelijk leidt tot meer onderling vertrouwen. Naast de sterke banden in het nieuwe cluster wordt er ook gebruik gemaakt van de sterke banden met andere clusters waarvan men onderdeel is (geweest). Mensen kunnen onderdeel zijn van meerdere clusters die zich in de tijd dynamisch vormen. Dankzij deze continue clustervorming kunnen verandering en innovatie als een sociale beweging tot stand komen. Nieuwe clusters dragen in sterke mate bij aan het sociale kapitaal en daarmee aan de ontwikkeling en versterking van de samenwerking. Sterke samenwerkingsverbanden weten zwarte gaten te overbruggen, niet alleen met zwakke banden maar ook met de vorming van nieuwe clusters.

Zie ook het blogartikel: ‘Zwarte gaten in samenwerken‘.