Bezinning op de organisatie-identiteit

Ecologisch perspectief op organisaties: systeemwijsheid en -verantwoordelijkheid.  

De contingentiebenadering

De meeste organisaties zijn ontworpen op basis van een mechanistisch wereldbeeld. Daarbij gaat het primair om het realiseren van vooropgestelde doelen op basis van de purpose van de organisatie (intern) en de ontwikkelingen in de omgeving (extern). Deze organisaties zijn niet ontworpen om zich organisch aan te passen wanneer zich plotseling onvoorziene en/of niet-lineaire ontwikkelingen voordoen. In een complex dynamische omgeving wordt het echter steeds belangrijker om tijdig van koers te kunnen veranderen en innovatief mee te bewegen. Om op een flexibele en experimentele manier de juiste dingen te blijven doen in plaats van de éénmaal juiste manier steeds maar weer te verbeteren. De ‘survival of the fitting’ van de organisatie met de situationele factoren in de omgeving staat bekend als de contingentiebenadering (H. Minzberg, 1979).

Van egocentrisch naar ecologisch perspectief

Gezien het belang van een continue verbinding en de ‘fitting’ met de omgeving is het de vraag of het verstandig is voor de organisatie om deze wereld als extern te beschouwen. Een eerste stap is om de egocentrische benadering van de organisatie los te laten en de organisatie als onderdeel van het ecosysteem te zien. Maar dan nog blijft er het gevaar van een onderscheid tussen een binnen- en een buitenwereld. Een volgende stap is om de organisatie vanuit ecologische perspectief te bekijken. Ofwel kijken naar de relaties tussen alle leden van een ecologische gemeenschap en hun omgeving. Vanuit dat perspectief zijn de organisatie en de omgeving verwikkeld in een proces van co-creatie waarin ze elkaar beïnvloeden en vormen. Uit deze co-creatie ontstaan patronen van relaties en interacties in het grotere systeem. Deze patronen omvatten zowel de organisatie als de omgeving zonder dat er sprake meer is van een binnen- en buitenwereld.

Bezinning op organisatie-identiteit

Vanuit het ecologisch perspectief richten we ons dus op het dynamisch proces van interacties in het totale systeem. De vraag is natuurlijk wat dit betekent voor de identiteit van een organisatie. Een organisatie beschouwen we dan niet meer als een aparte entiteit. Er is geen sprake meer van een open systeem bestaande uit een groep mensen maar van verschillende patronen van interacties tussen mensen. Bij interactiepatronen gaat het om de verbindingen tussen alle mensen, ongeacht of ze in dienst zijn van de organisatie. De interactiepatronen die ontstaan uit de vele interacties, zijn de essentie van de organisatie. Zij vormen de organisatie-identiteit. Deze bezinning op de organisatie-identiteit is geheel in lijn met het gedachtegoed van Weick (1979): ‘the basic unit of organization is the double interact of interdependent behaviors between individuals’.

Systeemwijsheid en -verantwoordelijkheid

In een vorig blogartikel ‘Connecting the dots’ heb ik reeds het belang van verbindingen en interacties in het ecosysteem aangegeven. Ze vormen immers de basis van organisaties waaruit de interactiepatronen ontstaan. Niet alleen gaat het om verbindingen en interacties binnen en tussen de teams, maar ook om die met klanten en partners in het ecosysteem. Juist deze verbindingen en interacties met klanten en partners zijn van groot belang voor de interactiepatronen in het grotere systeem en daarmee voor de identiteit van de organisatie. Deze verbindingen en interacties dienen veel meer aandacht te krijgen in het ontwerpen en ontwikkelen van organisaties. Dit zal zeker ten goede komen aan de klantgerichtheid van de organisatie en aan de kwaliteit van samenwerkingsverbanden met andere stakeholders. En tevens biedt het de gelegenheid voor wijsheid en (meer) verantwoordelijkheidsgevoel ten aanzien van het grotere systeem.

Voor nadere informatie over ‘Connecting the dots’, zie het blogartikel ‘Connecting the dots’.