De 3 essentiële netwerkstadia voor succesvolle integrale zorg

Over het belang van generatieve sociale impact netwerken.

Generatieve sociale impact netwerken

Generatieve sociale impact netwerken zijn netwerken die zich vormen om in een onderling afgestemde inspanning invloed uit te oefenen en verandering aan te brengen op een specifiek sociaal maatschappelijk gebied dat de deelnemers nauw aan het hart ligt. Het kan gezien worden als een sociale beweging waarin de deelnemers concreet met elkaar aan de slag willen om impact te genereren. Zo kan een diverse groep van zorgprofessionals uit meerdere zorgdomeinen besluiten om met een netwerkinitiatief een meer integrale zorg voor de patiënt in de regio te realiseren. Goede initiatieven voor integrale zorg met generatieve netwerken zijn er momenteel volop in ons land. Om de impact van deze en nieuwe netwerkinitiatieven in de zorg te vergroten wil ik in dit blogartikel een toelichting geven op de succesvolle aanpak die gehanteerd is bij eerdere impactvolle generatieve netwerkinitiatieven (‘Connecting to change the world’, 2014). In de succesvolle aanpak kwamen een drietal opeenvolgende en opklimmende netwerkstadia in de ontwikkeling van het netwerk naar voren: (1) verbinden, (2) richten en (3) produceren.

(1) Verbinden

In het eerste stadium van de netwerkontwikkeling gaat het om de relationele verbinding tussen relevante stakeholders en de kwaliteit van interacties in het gehele sociale netwerk. De deelnemers nemen voldoende tijd om elkaar goed te leren kennen, ook op het gebied van sociaal-emotionele aspecten zoals persoonlijke behoeften, drijfveren en gevoeligheden. Ze weten elkaar te vinden om aan de onderlinge relaties te werken en relevante informatie met elkaar uit te delen. De kwaliteit van verbindingen en interacties is van dien aard dat er oprechte betrokkenheid en onderling vertrouwen is met een daarvoor veilige werkomgeving (zie blogartikel ‘Het kaartenhuis van onderling vertrouwen bij samenwerken’).

Om inzicht te krijgen in de noodzakelijke verbindingen kan een stakeholders- en netwerkanalyse worden gedaan. Relevante stakeholders worden in kaart gebracht en indien nodig alsnog uitgenodigd om deel te nemen. Er wordt een inventarisatie gemaakt van de houding, de invloed en het belang van elk van de stakeholders bij het netwerkinitiatief. Vervolgens worden de huidige onderlinge verbindingen en relaties tussen de stakeholders vastgesteld en kijken deelnemers hoe ze tot een betere onderlinge verwevenheid kunnen komen. Het netwerkperspectief op de onderlinge verwevenheid geeft een goed beeld van de relaties en de positie van eenieder in het totale netwerk (zie blogartikel ‘De kracht van systeemdenken bij netwerkanalyse’).

 (2) Richten

In het tweede stadium van de netwerkontwikkeling gaat het om het onderling (gelijk)richten van de stakeholders in het netwerk. In een goede dialoog komen de deelnemers ondanks hun onderlinge verschillen tot een gemeenschappelijk begrip en gevoel van de identiteit en de bestaansreden van hun netwerkinitiatief. Zo ontstaat er in het netwerk een collectieve aantrekkingskracht (attractor) op het gedrag en op de interacties van de stakeholders. Deze (gelijk)gerichtheid is van belang om als stakeholders in het netwerk echt goed te kunnen samenwerken. En ook om in interactie met elkaar wendbaar in te spelen op veranderingen in de omgeving. De kwaliteit van richten zorgt dat er een vitaal netwerk ontstaat dat beschikt over de eigenschappen van zelforganisatie, emergentie en co-evolutie (zie blogartikel ‘Natuur met de mens aan de basis van netwerkorganisatie’).

Om de stakeholders in het netwerkinitiatief onderling (gelijk) te richten dienen ze met elkaar tot een gemeenschappelijk hoger doel (purpose) voor hun netwerkinitiatief te komen dat voor eenieder van betekenis is. Vervolgens spreken de stakeholders op basis van de purpose een aantal principes af als richtinggevende regels voor hun gedrag en interacties. Dit zijn de waarden, normen, doelen en prioriteiten in het netwerkinitiatief. Met dit proces creëren de deelnemers hun eigen condities voor succes; (gelijk)gericht maar ook betrokken en geïnspireerd gaan ze verder met elkaar aan de slag. Ze formuleren de strategie met de issues, speerpunten en aanpak voor het netwerkinitiatief (zie blogartikel ‘Natuurlijk samenwerken: de 3 P’s‘).

(3) Produceren

In het derde stadium van de netwerkontwikkeling gaat het om het in samenhang ontwikkelen en vormgeven van diverse op elkaar afgestemde diensten van zorg en ondersteuning vanuit het perspectief van de patiënt (integrale zorg). Op basis van de strategische issues, speerpunten en aanpak maken stakeholders nieuwe afspraken en kunnen ze zich spontaan herorganiseren. Ze vormen teams die in samenhang met elkaar de zorgdiensten ontwikkelen en vormgeven. Dit alles vraagt veelal om een geheel andere manier van (samen)werken; eenieder wordt uitgedaagd om op basis van talenten, competenties en interesses initiatieven te nemen en andere initiatieven te steunen. Met de ontwikkeling van nieuwe samenwerkingsvormen ontstaan nieuwe patronen in het netwerkinitiatief waarvan eenieder deelgenoot is (zie blogartikel ‘Emergent leiderschap van en door de hele netwerkorganisatie’).

Om tot een nieuwe manier van produceren van integrale zorg te komen dienen de stakeholders dus eerst een gemeenschappelijk beeld te ontwikkelen hoe deze integrale zorg er uitziet vanuit het perspectief van de patiënt. Op basis van de zogenoemde ‘waarde flow’ benadering wordt gekeken welke toegevoegde waarde door welke stakeholder op welk moment wordt geleverd. Het ‘waarde flow’ netwerk geeft niet alleen inzicht in de rollen en verantwoordelijkheden van de diverse stakeholders in de tijd, maar ook inzicht in de onderlinge relaties en afhankelijkheden in het gehele netwerk. In de complexe dynamiek van het netwerk dient er een balans te zijn tussen orde en chaos, hetgeen alleen door het netwerk zelf kan worden gerealiseerd. Stakeholders en teams houden elkaar goed in de gaten en komen regelmatig tezamen om af te stemmen. Daarbij is er niet alleen aandacht voor de inhoud (produceren), maar ook voor de purpose (richten) en voor de onderlinge relaties (verbinden) (Zie blogartikel ‘Op weg naar een succesvolle netwerksamenwerking …..’)

Ontwikkeling van onderlinge verwevenheid

De drie genoemde essentiële netwerkstadia volgen elkaar op vanaf het opstarten van het netwerkinitiatief: eerst primair aandacht voor verbinden, dan voor richten en vervolgens voor produceren. En daarnaast zijn de netwerkstadia opklimmend: met het ingaan van een volgend stadium blijft er aandacht voor de vorige stadia. Tijdens het onderling richten blijft er dus aandacht voor de onderlinge verbindingen. En tijdens het produceren blijft er aandacht zowel voor het onderling richten als voor de onderlinge verbindingen. De diverse impactvolle generatieve netwerkinitiatieven laten zien dat er van begin af aan continu aandacht moet worden besteed aan de onderlinge verbindingen en relaties in het netwerk. Alleen met een optimale ontwikkeling van de onderlinge verwevenheid kan er een vitaal netwerk ontstaan voor langdurige impactvolle resultaten op sociaal maatschappelijke gebieden zoals de zorg.

Zie ook blogartikel ‘De kunst van samenwerken bij complexe vraagstukken’.