Drie netwerkvormen in netwerkorganisaties

Een complexe netwerkorganisatie omvat drie verschillende netwerkvormen voor continue ontwikkeling en innovatie.

Een complexe dynamische omgeving vereist netwerkorganisaties en samenwerkingsverbanden die minstens zo flexibel en dynamisch zijn als hun omgeving. Alleen dan kan goed ingespeeld worden op de stroom van ontwikkelingen. In open verbinding met haar omgeving weet de organisatie zich als het ware continu aan te passen. Dit gebeurt dankzij meerdere en tijdelijke netwerkvormen met wisselende samenstelling en structuur. Een samenwerking in een tijdelijke netwerkvorm doet denken aan de band U2 die tijdens de ‘Innocence + Experience’ wereldtour (2015) fans uitnodigde om op het podium ‘Desire’ te spelen met een deel van de band (Turijn).

Drie verschillende networkvormen

Een netwerkorganisatie weet zich niet alleen continu aan te passen, maar ook goed in te spelen op de ontwikkelingen. Daarvoor heeft zij de beschikking over een drietal netwerkvormen, die over de grenzen van de organisatie reiken. De drie verschillende netwerkvormen zijn: (1) persoonlijke netwerken, (2) kennisnetwerken en (3) productienetwerken.

1. Persoonlijke netwerken: idee generatie

Een eerste netwerkvorm van een netwerkorganisatie bestaat uit de persoonlijke sociale netwerken van alle medewerkers. Het persoonlijke netwerk omvat zowel externe als interne stakeholders en gaat dus altijd over de grenzen van de organisatie heen. De medewerker ontwikkelt en onderhoudt het persoonlijk netwerk om optimaal te presteren en te leren in de netwerkorganisatie. In de verbinding en interactie met de diverse stakeholders gaat het niet om de kwantiteit; de kwaliteit van het persoonlijke netwerk staat voorop. Dankzij een bewuste combinatie van zwakke banden en sterke banden beschikt de medewerker over een divers netwerk met meerdere clusters. In het netwerk worden informatie en ervaringen intensief met elkaar gedeeld. De medewerker is hierdoor goed op de hoogte van de diverse ontwikkelingen. De diversiteit in relaties en perspectieven is een bron voor idee generatie. Met het persoonlijk netwerk draagt elke medewerker bij aan het creëren van kansen voor de netwerkorganisatie.

2. Kennisnetwerken: idee ontwikkeling

Een tweede netwerkvorm van een netwerkorganisatie bestaat uit de tijdelijke kennisnetwerken. De deelnemers van een kennisnetwerk komen bij elkaar om kennis te delen en een idee vorm te geven. Ze verbinden zich met elkaar op basis van hun passie voor het idee. Het kennisnetwerk is zelforganiserend en vormt zichzelf met de benodigde expertise en competenties. Het aantal medewerkers in een kennisnetwerk is beperkt; ook externe stakeholders kunnen deelgenoot zijn. Veelal is er bij aanvang een combinatie van sterke en zwakke banden; door de intensieve samenwerking worden de zwakke banden in korte tijd sterker. Met elkaar wordt in relatief korte tijd veel informatie gedeeld om de betekenis van het idee voor de netwerkorganisatie te bepalen. Er is sprake van co-creatie van betekenisgeving. Nader onderzoek en diverse experimenten vinden plaats om het idee te ontwikkelen, vorm te geven en te testen. Goede voorbeelden zijn de  ‘smart creatives’ van Google en de ‘two pizza teams’ van Amazon.

3.  Productienetwerken: idee uitvoering

Een derde netwerkvorm van een netwerkorganisatie bestaat uit de zogenaamde productienetwerken. In een productienetwerk komen medewerkers bij elkaar om verdere uitvoering te geven aan het ontwikkelde en vormgegeven idee. Heel gericht en met duidelijke doelstellingen willen ze op basis van het idee tot resultaten en innovatie komen. De productienetwerken doen denken aan de cross-functionele teams of projectteams in veel organisaties. De deelnemers worden meer gekozen op basis van behoeften en talenten dan op basis van functies en posities. Er wordt over het algemeen voor een langere tijd intensief met elkaar samengewerkt. In deze periode wordt veel complexe informatie met elkaar gedeeld en dienen veel complexe vraagstukken te worden opgelost. Het vereist sterke onderlinge banden tussen de deelnemers. Dankzij de sterke binding aan het gemeenschappelijke doel en het onderling vertrouwen kan het productienetwerk als een zogenaamd  zelfsturend team werken in de netwerkorganisatie.

Drie netwerkvormen voor ontwikkeling en innovatie

netwerkperspectief - netwerkvormenEen medewerker van een netwerkorganisatie is in principe onderdeel van elk van de drie netwerkvormen: haar of zijn persoonlijk netwerk, één of meerdere kennisnetwerken en één of meerdere productienetwerken. De verbindingen en interacties die de medewerkers met elkaar en met de externe stakeholders aangaan bepalen de vorm van de diverse netwerken.  De medewerker bepaalt haar of zijn optimale omgeving om te presteren en te leren. Elke medewerker doet dit vanuit volwassen autonomie en persoonlijke kracht, waarbij de purpose en de belangen van de netwerkorganisatie voorop staan. Het gaat om de bijdrage aan de  collectieve creativiteit en het denkvermogen van de gehele organisatie. Dankzij de drie verschillende netwerkvormen met de vele externe relaties weet de netwerkorganisatie zich continu te ontwikkelen in verbinding met de omgeving. Niet alleen om zich aan te passen aan de stroom van ontwikkelingen, maar ook om tot innovatie te komen: van idee generatie via idee ontwikkeling tot idee uitvoering. Dankzij de wederzijdse beïnvloeding van de netwerkorganisatie en haar omgeving is er co-evolutie.

Voor nadere informatie over innovatie, zie: ‘Leiderschap in innovatie‘.