Inzien van sociale netwerken voor verbonden leiderschap

In succesvolle samenwerkingsverbanden zijn mensen collectief en autonoom op zoek naar optimale verbindingen en interacties in een viertal vormen.

‘Wat is de wereld toch klein!’ is een uitspraak die velen van ons zullen herkennen. Meer dan eens komen we een onbekende tegen met wie we een bepaalde kennis gemeenschappelijk blijken te hebben. We zijn meer met elkaar verbonden dan we ons realiseren: twee willekeurig gekozen personen zijn gemiddeld niet meer dan vijf relationele stappen van elkaar verwijderd (‘six degree of separation’). En als we zelf een bekende tegenkomen in een andere omgeving dan ervaren we bij deze ontmoeting ineens een verandering in de relatie (‘familiar stranger’). Denk aan een collega die je tegenkomt op het sportveld of tijdens een vakantie. De sociale context blijkt van invloed te zijn op hoe we iets zien en ervaren.

Het belang van verbinding en sociale context voor betekenisgeving

De sociale context en onze relaties zijn van belang voor de betekenis die we geven aan hetgeen we meemaken en hetgeen we doen. Het is goed om bewust te zijn van de invloed van de onzichtbare sociale netwerken (‘invisible hand’). Het sociale weefsel is als vanzelfsprekend aanwezig en speelt een belangrijke rol in ons leven. Ieder van ons ervaart welke voldoening we ontlenen aan de verbondenheid met andere mensen, met name met die mensen die veel voor ons betekenen. Dit geldt als het goed is ook voor de samenwerkingsverbanden waarvan we onderdeel zijn.

Zichtbaar maken van verbindingen en interacties tussen mensen

De verbindingen en sociale dynamiek in samenwerkingsverbanden zijn bepalend voor het succes van een samenwerkingsverband. Het gaat bijvoorbeeld om de informatie- en ideeënstromen, sociale invloed en sociaal leren; maar ook om de interacties tussen een aantal mensen waardoor problemen opgelost worden en dingen tot stand komen. Voor de rol van leiderschap is het van groot belang om inzicht te hebben in deze verbindingen en interacties. In het zichtbaar maken van het schijnbaar onzichtbare sociale weefsel kunnen grofweg een viertal vormen van verbinding en interactie worden onderscheiden: (1) bewustzijn, (2) verbinding, (3) betrokkenheid en (4) inspiratie.

1. Bewustzijn: wie kent wie?

Aan de basis van de relatie staat het bewustzijn van het bestaan van mensen, ofwel ‘wie kent wie’. Hieronder valt ook het op de hoogte zijn van bijvoorbeeld het vakgebied en de expertise van iemand, of haar of zijn talenten en interesses. Denk bijvoorbeeld aan mensen die je ergens hebt ontmoet en aansluitend aan je sociale netwerk hebt toegevoegd (Facebook, LinkedIn). En vervolgens gebeurt er dan weinig met het contact. We weten deze contacten echter wel te herinneren en te vinden. Voor de toepassing in een samenwerkingsverband gaat het onder andere om de vraag of een ieder voldoende bewust en goed op de hoogte is van de andere deelnemers in de groep.

2. Verbinding: wie praat met wie?

De eerste verdieping in de relatie is de verbinding: ‘wie praat met wie’. Hier gaat het om de actuele verbinding waarin mensen elkaar opzoeken, met elkaar communiceren en relevante informatie delen. Denk aan kennissen (studie, sportclub) en mensen met eenzelfde interesse (Twitter en Pinterest). In een organisatie zijn het formeel vaak de mensen op dezelfde afdeling of in een projectteam. Meer informeel zijn het de mensen die iets met elkaar gemeen hebben (vriendschap, interesse). In een samenwerkingsverband gaat het onder andere om de vraag hoe de sociale contacten en de informatiestromen lopen en wie daar in welke mate bij betrokken is.

3. Betrokkenheid: wie ondersteunt wie?

In de daarop volgende stap is er (nog) meer sprake van betrokkenheid: ‘wie ondersteunt wie’. Door de betekenisvolle verdieping in de relatie ontstaat er een vorm van wederzijdse sociale verplichting jegens elkaar. Mensen zoeken elkaar op voor advies en ondersteuning, bijvoorbeeld voor ideeën en oplossingen bij lastige vraagstellingen en problemen. Niet alleen door de relationele dialoog maar ook door het sociaal leren vindt er intensivering van betrokkenheid plaats. Denk aan goede vrienden, intervisiegroepen en patiënten platforms. In samenwerkingsverbanden gaat het onder andere om het identificeren van de ontmoetingen van mensen die betrokken zijn bij de co-creatie en flow van ideeën, oplossingen en initiatieven.

4. Inspiratie: wie motiveert wie?

Bij de laatste verdieping spreken we over inspiratie: ‘wie motiveert wie’. Soms ervaren we in het contact met andere mensen een resonantie door een al dan niet bewuste herkenning. We gaan graag naar mensen toe waar we ons (h)erkend voelen. Het kunnen mensen zijn die we volledig vertrouwen en waarbij we ons veilig voelen. Ook kunnen het mensen zijn die ons inspireren en waar we energie van krijgen. Denk aan voorbeeldfiguren of een therapeut, maar ook aan inspiratiesessies en blogs. In een samenwerkingsverband gaat het om de relaties met die mensen waarin men vertrouwen heeft en/of waar men zich veilig voelt. Ook kunnen het inspirerende contacten zijn met mensen waar je energie van krijgt.

Inzien van sociale netwerken voor sterke samenwerkingsverbanden

 Copyright © 2015 3ND
Copyright © 2015 3ND

Aandacht voor en inzicht in de meerdere vormen van verbinding en interactie geven leiders de gelegenheid om de verbindingen en sociale dynamiek te verbeteren en daarmee het samenwerkingsverband te versterken. Dit kan niet worden verteld of opgelegd maar dient autonoom plaats te vinden vanuit collectieve ambitie en intrinsieke motivatie. Mensen gaan met elkaar op zoek naar de optimale verbindingen en dynamiek. Als verbonden leiders zien ze de sociale netwerken waarin ze zitten. Niet alleen om zich bewust te zijn van de invloed die ze ondervinden van de sociale context en de relaties; ook willen ze zien hoe het sociale weefsel in co-creatie versterkt kan worden. De ontwikkeling van de sociale netwerken voor de versterking van een samenwerkingsverband zal in een ander blogartikel aan de orde komen.

Voor informatie over persoonlijke netwerken, zie: ‘Leiderschap: het belang van persoonlijke netwerken‘.