Zwarte gaten in samenwerken
Het zichtbaar maken van de verbindingen en interacties in een samenwerkingsverband werpt licht op de structurele zwarte gaten.
Wie op zoek is naar een nieuwe baan of werkuitdaging zal zeker gebruik maken van haar of zijn sociale netwerk om in contact te komen met mensen die van een vacature of een ingang bij een organisatie weten. Dan heeft het vaak niet veel zin om je te richten tot vrienden en goede bekenden; deze bevinden zich veelal in dezelfde sociale netwerken en beschikken doorgaans over dezelfde informatie als waar jij over beschikt. De echt waardevolle contacten en kansen komen van de mensen waar je minder contact mee hebt, bijvoorbeeld studiegenoten, collega’s en vrienden van vroeger evenals oppervlakkige kennissen. Dankzij deze zogenaamde ‘weak links’ kom je in contact met mensen uit andere sociale netwerken. Mensen met wie je een zwakkere band hebt vormen als het ware een brug naar een ander sociaal netwerk. Ze zijn veelal een bron van nieuwe contacten en informatie, zoals op het gebied van vacatures en ingangen bij organisaties. En ook bij de sollicitatieprocedure kunnen vrienden je ten dienste staan zonder dat er zicht is op de samenwerking.
Netwerkanalyse: een nieuw licht op het samenwerkingsverband
Om te zien wat er daadwerkelijk in de samenwerking tussen mensen gebeurt, hebben we niet veel aan de formele organisatiestructuur. Het zijn de informele relaties en dynamiek in het sociale netwerk die het inzicht in het samenwerkingsverband verschaffen. Het zichtbaar maken van deze veelal onzichtbare verbindingen en interacties geeft de sleutel tot versterking van het samenwerkingsverband. Enerzijds om de relaties en dynamiek in het sociale weefsel te verbeteren, anderzijds om de informele en formele organisatie waar nodig beter op elkaar af te stemmen. De analyse van het sociale netwerk werpt een nieuw licht op het samenwerkingsverband, waarin grofweg een drietal aspecten kunnen worden onderscheiden: de structuur en dynamiek van het sociale netwerk, de sterkte en vorm van de onderlinge verbindingen (‘links’) en de positie van de diverse personen (‘nodes’) in het sociale netwerk. Denk aan het Atomium monument in Brussel.
Structuur en dynamiek: ontstaan van homogene clusters
De structuur in sociale netwerken ontstaat organisch doordat mensen verschil aanbrengen in de sterkte van hun onderlinge banden en relaties. We zijn in het algemeen geneigd om ons met name te verbinden met degenen die op ons lijken (‘homofilie’) en die overeenkomstige meningen en gedragingen hebben. Zo ontstaan er kleine min of meer homogene groepjes of clusters waarbinnen de banden onderling sterk zijn (‘birds of a feather flock together’). Binnen elk van de clusters kent men elkaar goed, wordt de informatie makkelijk met elkaar gedeeld en vindt er een goede onderlinge afstemming plaats. De interactie en relationele dialoog binnen elk van de clusters zijn dan veelal sterker dan die tussen de groepjes onderling. Enerzijds kan dit betekenen dat het verspreiden van informatie tussen de clusters minder goed verloopt; anderzijds kan de betekenis die aan de informatie wordt gegeven in elk van de clusters anders zijn.
Structurele gaten: zwarte gaten in het samenwerkingsverband
Het ontbreken van belangrijke verbindingen en interacties tussen verschillende clusters kan consequenties hebben voor de samenhang en dynamiek van het gehele netwerk. Er kan sprake zijn van zogenaamde structurele gaten (‘structural holes’) in het samenwerkingsverband zonder dat men zich daarvan bewust is. Deze zwarte gaten in de sociale netwerk structuur kunnen zich overal in het samenwerkingsverband bevinden, maar ook in de verbinding met de externe omgeving en andere groepen. De zwarte gaten zijn belangrijke bevindingen in de netwerkanalyse en vormen aangrijpingspunten voor het leggen en verbeteren van belangrijke verbindingen en interacties. Het gaat met name om het overbruggen van de zwarte gaten dat ten goede komt aan de samenhang en dynamiek van het gehele netwerk en daarmee aan de versterking van het samenwerkingsverband.
In een volgend blogartikel ga ik in op het ‘Overbruggen van zwarte gaten in samenwerken‘.